Regelgeving Nederland
WET- EN REGELGEVING ROND DRONE-GEBRUIK IN NEDERLAND
Je hebt net een drone gekocht en je wilt hobbymatig gaan vliegen, en misschien wel foto's of video's maken vanuit de lucht. Aan welke wet- en regelgeving ben je dan gebonden? En welke regels gelden er als je professioneel in de weer wilt gaan met een multirotor of ander onbemand luchtvaartuig? Daarover gaat deze pagina.
Let wel: dit is geen bindend juridisch advies en we kunnen dan ook geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid of geldigheid van deze informatie.
Hobbymatig vliegen met een drone
Het hobbymatig vliegen met een drone zoals een op afstand bestuurd vliegtuig, helikopter, quadcopter of multirotor valt onder het algemeen onder de Regeling modelvliegen. Kort samengevat komt deze regeling erop neer dat je vrij mag vliegen zo lang je maar onder de 120 meter blijft, niet in de buurt van een vliegveld opstijgt en niet boven 'aaneengesloten bebouwing' (lees: stad of dorp) vliegt. Verder is het niet toegestaan om boven havens, wegen, industriegebieden en mensenmassa's te vliegen. Ook moet je een vrij zicht op het luchtvaartuig hebben tijdens de gehele vlucht en mag je niet 's nachts vliegen.
Kortom:
- blijf onder de 120 meter;
- houd gedurende de hele vlucht je drone in het zicht;
- vlieg alleen overdag en met goed zicht op de omgeving;
- vermijd mensen en dieren;
- vlieg niet boven steden, dorpen, spoorlijnen, wegen en havens;
- stijg niet op in de buurt van vliegvelden (check deze kaart).
Het belangrijkst is echter om gewoon je gezond verstand te gebruiken en gevaarlijke situaties te voorkomen.
Volg het laatste nieuws met betrekking tot regelgeving, bekeuringen en rechtszaken. Lees ook onze 10 tips voor nieuwe dronepilotenvoordat je met je drone gaat vliegen. In het boek Dronefotografie vind je nuttige tips en vliegoefeningen voor als je de eerste keer gaat vliegen.
Beroepsmatig vliegen met een drone
Bron: Handboek Dronefotografie (2e druk, 2016)
Het is niet zonder meer toegestaan om uw drone te gebruiken voor commerciƫle doeleinden. Denk aan het in opdracht fotograferen van een gebouw of evenement, of het maken van een video voor de promotie van een bepaald product of dienst. Maar ook het vermelden van een link naar uw website bij een luchtvideo kan al gezien worden als commercieel gebruik. Houd er rekening mee dat als u als amateur toch in opdracht vliegt en u schade veroorzaakt, u mogelijk niet verzekerd bent. Ook de opdrachtgever kan aansprakelijk gesteld worden.
Afhankelijk van het type werkzaamheden dat u wilt gaan doen kunt u ervoor kiezen om binnen de zogenaamde minidrone-regeling te gaan opereren (ROC-light), of het zogenaamde RPA-L vliegbrevet te gaan halen en een volledige bedrijfsontheffing (ROC) aan te vragen. Beide mogelijkheden worden hieronder uiteengezet.
Minidrone-regeling (ROC-light)
Per 1 juli 2016 is de minidrone-regeling van kracht geworden. Deze regeling is bedoeld voor mensen die beroepsmatig met een drone met een maximaal gewicht van vier kilo willen gaan vliegen.
Onder deze regeling kan men na het succesvol afronden van een theorie-examen, het inschrijven van het toestel waarmee gevlogen gaat worden in het luchtvaartregister, en het afsluiten van een WA-verzekering voor dood en schade, bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een aanvraag doen voor de zogenaamde ROC-light. Met dit bewijs van bevoegdheid op zak kan men dan vervolgens tegen betaling aan de slag met een drone, bijvoorbeeld om luchtfoto's te maken of inspecties uit te voeren.
De randvoorwaarde is dat er niet hoger dan 50 meter gevlogen wordt, en niet verder dan 100 meter horizontaal vanaf de bestuurder. Vluchten mogen verder alleen worden uitgevoerd in de daglichtperiode, waarbij de drone tijdens de gehele vlucht in het zicht moet blijven (visual line of sight, VLOS). Ook mag men niet vliegen boven aaneengesloten bebouwing, mensenmenigten, industrie- en havengebieden, spoorlijnen en wegen. Ook mag er niet gevlogen worden in de zogenaamde CTR-gebieden rondom vliegvelden.
Het theorie-examen dat u succesvol moet doorlopen alvorens het ROC-light aan te vragen wordt afgenomen door het KEI, een examineringsinstituut van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL). Er worden vanuit de overheid alleen eisen gesteld aan het examen, niet aan de opleiding. Het is aan de markt om geschikte opleidingen te ontwikkelen die de cursisten klaarstomen voor het ROC-light examen. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere meteorologie, vluchtvoorbereiding en luchtvaartwetgeving. Er is geen sprake van een praktijktoets.
De kosten voor het examen en de aanvraag van het ROC-light bedragen rond de 500 euro. Daar komt nog ca. 75 euro bij voor de registratie van de drone. Er worden verder geen eisen gesteld aan het toestel, er is dus geen sprake van een verplichte toestelkeuring voor minidrones. Ook vervalt binnen de ROC-light de eis dat de organisatie die de drone exploiteert moet beschikken over een operationeel handboek. Daarnaast hoeft de bestuurder van een minidrone niet te beschikken over een medische verklaring.
RPAS Operator Certificate (ROC)
Wilt u hoger dan 50 meter (tot maximaal 120 meter) of verder dan 100 meter horizontaal kunnen vliegen, of met een drone specifieke werkzaamheden uitvoeren die niet mogelijk zijn binnen de ROC-light ontheffing, dan dient u als bedrijf te beschikken over het volledige RPAS Operator Certificate (ROC).
Uitgebreide informatie is terug te vinden in het 'Informatiebulletin lichte onbemande luchtvaartuigen' van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderdeel van Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit informatiebulletin kan kosteloos gedownload worden via www.ilent.nl/onderwerpen/transport/luchtvaart/dronevliegers/.
Een andere handige bron van informatie is de publicatie 'Het gebruik van drones', dat werd geschreven in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze publicatie kan ingezien worden via www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/2518-gebruik-van-drones.aspx.
Samenvatting van de vereisten ten aanzien van het ROC
Wilt u als professional een vlucht maken met een commercieel karakter, dan moet u ten eerste een zogeheten combi-ontheffing voor het maken van klasse 1-vluchten aanvragen bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarvoor zult u aannemelijk moeten maken dat de vluchten veilig zullen verlopen omdat het luchtvaartuig betrouwbaar is, dat de vliegers goed zijn opgeleid en dat zij werken in een goed georganiseerd bedrijf of organisatie.
De combi ontheffing is verkrijgbaar in drie uitvoeringen: een bedrijfsontheffing waarmee tijdens de geldigheidsduur (maximaal 1 jaar) vluchten mogen worden uitgevoerd, een projectontheffing, of een oefenontheffing. Laatstgenoemde ontheffing is bestemd voor dronepiloten in opleiding of ter voorbereiding op een examen.
Om in aanmerking te komen voor een ontheffing dient u te beschikken over de volgende documenten:
- Bewijs van Luchtwaardigheid (BvL). Het Bewijs van Luchtwaardigheid is een document dat verklaart dat het onbemande luchtvaartuig voldoet aan de luchtwaardigheidseisen. Dit omhelst een technische keuring en een beoordeling van de technische documentatie van het luchtvaartuig. U kunt hiervoor terecht bij Euro USC of het NLR. Niet iedere drone komt in aanmerking voor een BvL.
- Bewijs van Inschrijving (BvI). De drone moet ingeschreven zijn in het luchtvaartuigregister dat wordt bijgehouden door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk moet zowel op de drone als op het grondstation worden aangebracht. Ook is een 'brandplaatje' verplicht, met daarin niet alleen het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk, maar ook de contactinformatie van de eigenaar of registratiehouder.
- Bewijs van Bevoegdheid (BvB). Alleen gecertificeerde piloten mogen vliegen met een drone als deze commercieel of professioneel wordt gebruikt. Zij dienen daartoe zowel theorie- als praktijkexamens te hebben gehaald. Het opleidingstraject dient erkend te zijn door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Sinds 1 juli 2015 is dit vliegbewijs (RPA-L) verplicht.
- Bedrijfshandboek (Operations Manual). In het bedrijfshandboek wordt de organisatiestructuur beschreven van het bedrijf waar de operator in dienst is, evenals een beschrijving van de werkmethoden en een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden. Ook moet de organisatie een veiligheidsmanagementsysteem ingevoerd hebben.
- Verzekering. Naast een reguliere bedrijfsverzekering dient u te beschikken over een aansprakelijkheidsverzekering specifiek voor dronegebruik. Deze dient de risico's van schade aan derden te dekken mocht er iets misgaan. De verzekering dient te voldoen aan de Europese Verordening 785/2004. Er zijn al verzekeraars die producten aanbieden voor dronebedrijven.
Vluchten mogen vervolgens alleen plaatsvinden:
- in ongecontroleerd luchtruim;
- binnen Visual Line of Sight (VLOS) - in het zicht van de bestuurder en waarnemer, maar;
- niet hoger dan 120m (400ft) boven grond of water;
- niet verder dan 500m van vlieger/gezagvoerder;
- minstens 150m (horizontaal) van mensenmenigten, verkeer en bebouwing;
- binnen de zichtvliegregels (VFR) binnen de daglichtperiode;
- op meer dan 3 kilometer afstand van civiele en militaire luchthavens.
Minimaal 48 uur voor de uitvoering van de vlucht dient een 'Notice To Airmen' (NOTAM) bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu worden ingediend. Tenslotte moet een dag van tevoren een melding worden gedaan aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en de burgemeester van de gemeente waarin wordt opgestegen. Naast dit alles moet ook de landeigenaar toestemming geven voor de vlucht, iets wat voortvloeit uit het burgerlijk recht.
Bij een vlucht moeten tenminste twee personen aanwezig zijn: de vlieger en een waarnemer. Daar komt nog een derde persoon bij als er ook een camera bediend moet worden. Dat mag dus niet door de vlieger of waarnemer gedaan worden.
Handhaving en boetes bij overtredingen
Als er een overtreding geconstateerd wordt, zijn de boetes niet mals: de luchtvaartpolitie kan een bekeuring van duizenden euro's opleggen. Helemaal oppassen is het bij het filmen van evenementen: als de organisator iemand inhuurt die zonder vergunning vliegt dan kan deze aansprakelijk gesteld worden als er iets misgaat en er schade ontstaat of zelfs personen gewond raken door een crash.
De regels worden nageleefd door de Inspectie Leefomgeving en Transport, en de handhaving gebeurt door de luchtvaartpolitie. Inmiddels zijn er in Nederland al met diverse dronepiloten schikkingen getroffen, nadat een overtreding was geconstateerd. Ook is er een fotograaf beboet voor het illegale gebruik van zijn drone.